We reden weg uit Uyuni en zagen de donkere wolken al hangen boven
de bergen. Onweer flitste eruit en we moesten 4u op deze weg naar
Potosi.
De rit was hels en ik vond het heel erg eng in de onweersbui.
Gelukkig kwamen we veilig aan op de plaats van bestemming en gingen
we op zoek naar ons hostel. We namen een taxi die ons 15 bolivianos
koste, wat hetzelfde is als 2 euro. De rough guide zei dat het 30 min
lopen was en we waren nog niet helemaal gewend aan 4100m. Na 15 min
zigzaggend door het stadje kwamen we bij onze straat aan en waren Jim
en ik moe van de 3 dagen tour die we net gedaan hadden, het hielp ook
niet dat het al 10u savonds was en dat de hoogte je compleet moe
maakt.
De volgende ochtend wou ik uitslapen! We gingen pas laat op stap
en liepen door allerlei kleine straatjes naar de markt. Onderweg
hadden we een mijn tour geboekt en op de markt zagen we alleen maar
vlees en we hadden een beetje honger. De magische appel was een
vegetarisch eettentje in Potosi (manzana magica) maar het was zondag
en hij was dicht.
Na nog wat meer wandelen kwamen we op een plaza waar vrouwtjes
empanadas verkochten. Maar zo heten ze niet! Saltenas! Nadat we beide
zo'n pasteitje over onze kleding hadden gesmeerd (iemand mocht wel
vertellen dat er veel vocht in zat) namen we er nog eentje en gingen
snel naar het hostel om de vlekken uit onze kleding te wassen en van
Jims camera. Het was ook weer begonnen met regenen, dus dit was niet
een heel erg excuus om weer naar de kamer te gaan.
In de avond gingen we uiteten van 2 Engelse in een klein luxe
restaurant en kregen we als vega's tortilla met groentes en patat. Op
zich niet erg, maar we hadden de hele tijd al tortilla gegeten en
waren op zoek naar wat meer Boliviaans eten. Maar we eten nog steeds
geen vlees, dus llama is geen optie.
De volgende dag stonden we vroeg op om naar de zilver mijn te
gaan. Dit was de engste tour die ik had gedaan. Tenmisnte.. Het was
kruipen door kleine gangetjes en dat is op zich niet erg, maar om
gelijk een halve mudmaster te doen met over houten balken heen te
kruipen en naar beneden te glijden om de mijnwerkers te zien werken, gaf
mij een kleine zenuwinzinking. Nogmaals tenminste... we moesten ook
weer dezelfde weg omhoog. Half hyperventilerend in het pikke donker
kom je boven aan en het was warm!! WARM!! Buiten is de temperatuur
nog geen 15 graden, maar lekker in het zonnetje. Binnen is het 30
graden en je moet een compleet pak aan en een masker op voor het
fijnstof. Op zich viel het wel mee, behalve het klouteren, maar dat
je ziet hoe de mijnwerkers nog steeds daar werken heb ik er groot
respect voor!
Nog onder het stof gingen Jim en ik verder naar Sucre, de
hoofdstad van Bolivia. We gleden af naar een luxe 3700m en het warme
weer was erg aangenaam. Sucre heeft mooie witte gebouwen en het voelt
erg rijk. Weer kwamen we laat aan en gingen direct naar het hostel.
Ik had mijn knie verdraaid in de mijn dus echt bergje op en bergje af
ging niet zo. Dus als hinkelend gingen we naar de supermarkt!
Het heerlijke aan Sucre was, dat we telkens weer mensen van de
Uyuni tour tegen kwamen. En we een Nederlands restaurant tegen kwamen
met vega opties!! En Stroopwafels! Al viel die tegen. Jim had een
quinoa burger en ik een heerlijke pompoensoep met kokos. We zouden
namelijk weer deze dag onderweg gaan naar La Paz in een nachtbus.
Helaas had ons hostel ons compleet geripped met de bus. We dachten
een goede organisatie te hebben en bleken we geboekt te zijn in een
bus die geen eens referenties had. Plus we zouden om 5u vertrekken en
het hostel had gezegd dat er geen plek was op de 7u bus, dat betekend
ook 2u eerder aankomen in La Paz (het is 12u rijden, reken zelf maar
hoe laat we aankomen). Dus wij boos bellen naar het hostel. Ook omdat
we een 33% commissie betaalde voor het ticket! Helaas kon niemand
meer wat voor ons doen, want je kan je ticket alleen omboeken 2u voor
vertrek. Snert!
Gelukkig kwamen we heelhuids aan in La Paz. Welleens waar om half
6 in de ochtend en de temperatuur van rond het vriespunt. Dus als
echte hobo's hebben we onze slaapzak gepakt en zijn heel dicht tegen
elkaar aan de wifi gaan misbruiken op de terminal. Ik had met onze
host afgesproken dat we rond half 8 er zouden zijn en wou zijn
nachtrust niet verstoren. Dan maar 90 min kou lijden.
La Paz is een erg mooie stad. El Alto, dat is een andere stad maar
ligt net als Leidsche rijn tegen de stad aan. We kwamen er ook achter
dat er nieuwe kabelbanen waren. Dus Jim helemaal blij! Hij houd van
steden in de hoogte.
La Paz is een grootste stad met 1,1 miljoen inwoners en met El
Alto erbij zit het op 1,5 miljoen. Het heeft grote boulevards die
alleen op zondag auto vrij zijn. Dus je stikt bijna als je op een
doordeweekse dag erdoorheen loopt van de vieze smog.
Met frisse moed gingen we de stad in om op zoek te gaan naar de
Death Road tour voor Jim en een Tiwinaku tour voor mij. Ik had er
geen zin in om anderhalf uur, 60km af te leggen op de meest
gevaarlijke weg ooit. Al is er sinds 2006 maar 14 doden geweest, van
mensen die de tour deden en waarschijnlijk rare selfies gingen maken, het staat
niet op mijn lijstje van dingen die ik per se wil doen. Maar Jim wel.
Toen we de stad aan het door waggelen waren op zoek naar mijn tour
werd het steeds grijzer en donkerder. Bij aankomst op de bus
terminal, barste het los en waren we er weer gestrand in de kou.
Gelukkig hebben ze wifi.
De dag erna ging Jim heel vroeg weg en kon ik nog 2u uitslapen.
Blijkbaar was de weg naar het station niet erg goed begaanbaar en was
ik niet de enige die naar het de stad wou. En stond ik vast. Normaal
doe je er 40 min over om er te komen, ik deed er anderhalf uur over
waarvan 15 min heuvel op snel gewandeld (zit hier op 3800m, wandelen
is goed te doen, rennen kan bijna niet, nogmaals tenmisnte niet
heuvel op).
Ik kwam 10 min te laat aan voor mijn tour. Gelukkig had de gids
zich verslapen en werd iedereen een uur te laat opgehaald. De tour
was redelijk, al had ik waarschijnlijk te hoge eisen. Tiwanaku is
namelijk een pre-inca cultuur waarvan de inca's zelfs niets wisten en
ze hadden hier een klein dorp gevonden met allerlei ornamenten en
paaseilandachtige standbeelden. Ze gebruikte al vele manieren die veel technologischer waren dan de Inca's ze gebruikten. Het was dus erg interessant, alleen veels te duur voor een half dagje, te late gids en dat soort dingen.


Ik vroeg op de terugweg of ik naar de grootste markt in Zuid Amerika mocht, aangezien we erlangs kwamen. Het was een chaotische rommel en alles werd verkocht! Van llama foetussen (die gebruiken ze voor offeringen, nog steeds) tot tweede hands schoenen. Deze markt in El Alto is er maar 2 dagen per week op donderdag en vrijdag. Ik raakte een klein beetje verdwaald op de markt en kwam gelukkig snel weer op de goede weg tussen alle heksen gespuis en nam ik de Rode kabelbaan naar beneden in La Paz. En ging ik weer terug naar onze host.
Jim had de Death Road overleefd en hij vond het geweldig. En ik was blij dat ik niet mee hoefde.
Vandaag gingen we alle kabelbanen doen in La Paz. Onze host woont redelijk dichtbij de groene en nadat we een kleine lunch hadden gegeten gingen we op stap. Jim vond het geweldig! Vloog tegen de ramen op in de kleine kabine en nam de meest geweldige foto's.
Met de gele kwamen we in El Alto terecht en liepen zo'n 40 min naar de rode lijn en kwamen erachter dat op vrijdag er ook nog markt was, maar eerder een groente markt. Het voelde niet erg goed om er te lopen en foto's te maken en we waren ook de enige toeristen daar. Gelukkig wouden een paar mensen wel met ons kletsen wat het weer leuk voor ons maakte.
Met de rode lijn gingen we naar beneden en genoten we van een dagje zon!!! Het verschil tussen de dagen was maar 20 graden volgens de termometer buiten de bus terminal (ja, we waren er weer).
Morgen gaan we naar Lake Titicaca en is onze laatste dag Bolivia aangebroken! Ahhhh